In de menselijke anatomie is een gewricht het fysieke verbindingspunt tussen twee botten. Het kniegewricht is bijvoorbeeld het verbindingspunt tussen het dijbeen, het dijbot en het scheenbeen of scheenbeen.
Gewrichten bevatten verschillende vezelachtige bindweefsels. Ligamenten verbinden de botten met elkaar; pezen verbinden spieren met botten en kraakbeen bedekt de uiteinden van de botten en zorgt voor demping.
Synoviale gewrichten
De meest voorkomende gewrichten zijn vrij beweegbare gewrichten in het lichaam, synoviale gewrichten genoemd . Synoviale gewrichten zijn omgeven door een vezelig weefsel of zak genaamd de gewrichtscapsule. Deze capsule omringt het gewricht en is gevuld met een vloeistof, synoviale vloeistof genaamd, die de weefsels en ruimten in deze capsule smeert.
Kogelgewrichten
Dit type verbinding zorgt voor een breed bereik van rotatie en beweging, inclusief rotatie. Je schouder en heup zijn voorbeelden van kogelgewrichten.
Condyloid gewrichten
De kaak en vingers hebben beide condyloïde gewrichten. Deze verbindingen laten geen rotatie toe, maar zijn veelzijdig; denk aan de manier waarop een joystick beweegt op een console van een videogame.
Glijdende gewrichten
Je hebt zo'n soort gewricht, waardoor botten rond en langs elkaar kunnen glijden in je ruggengraat, enkels en polsen.
Scharnier gewrichten
Net zoals de naam doet vermoeden, werken deze verbindingen als scharnieren. Denk aan je knie en het deel van je elleboog dat buigt (de ellepijp).
Dit zijn scharniergewrichten.
Pivot gewrichten
Je nek en elleboog hebben beide draaipunten, waardoor botten kunnen draaien of rond andere botten kunnen draaien.
Zadelverbinding
Het beste voorbeeld van een zadelverbinding en wat het doet, is te vinden in de basis van de duim. Zadelverbindingen maken beweging van links naar rechts en heen en weer mogelijk, maar draaien niet volledig.
Bereik van beweging
Een meerderheid van de gewrichten van het menselijk lichaam zorgt voor beweging. Een paar, zoals gewrichten in de schedel, doen dat niet. Gewrichten die beweging toestaan, zoals de knie of enkel, hebben een vooraf bepaald bewegingsbereik, wat in feite is hoe ver elke richting is die gewricht comfortabel kan bewegen of buigen.
Het bewegingsbereik van een gewricht wordt meestal gemeten in graden. Meestal is de verlenging van een gewricht beperkt tot 180 graden of minder. Met andere woorden, dat gewricht kan worden geopend totdat het recht is. Denk aan uw arm of been als voorbeeld: ze kunnen worden gebogen totdat ze bijna recht zijn, maar kunnen niet verder dan 180 graden worden geduwd zonder pijn of schade.
Uitbreiding
Uitbreiden is het buigen van een gewricht, zodat de botten die het gewricht vormen, verder uit elkaar worden getrokken of rechtgetrokken. Dit is een fysieke positie die de hoek tussen de botten van de ledemaat bij een gewricht verlaagt. Het treedt op wanneer spieren samentrekken en botten het gewricht in een gebogen positie bewegen.
buiging
Flexie is het buigen van een bepaald gewricht, zodat de botten die dat gewricht vormen dichter bij elkaar worden getrokken. Tijdens flexie neemt de hoek tussen de botten van een ledemaat bij een gewricht af. Flexie treedt typisch op wanneer spieren samentrekken en de botten aldus het nabijgelegen gewricht in een gekromde positie bewegen.
Flexie is een fysieke positie die de hoek tussen de botten van de ledemaat bij een gewricht verkleint. Het treedt op wanneer spieren samentrekken en botten het gewricht in een gebogen positie bewegen.