Gezamenlijke hypermobiliteit en fibromyalgie-verbinding

De verbinding onderzoeken

Gezamenlijke hypermobiliteit en fibromyalgie

Fibromyalgiesymptomen kunnen overlappen met auto-immuunziekten en andere aandoeningen van artritis, waardoor het moeilijk te diagnosticeren is. De bepalende symptomen van fibromyalgie worden vaak geassocieerd met andere subjectieve en objectieve symptomen die in combinatie voorkomen. De oorzaak van fibromyalgie wordt als complex beschouwd als de klinische presentatie ervan.

De exacte oorzaak van fibromyalgie is nog steeds niet goed begrepen, maar mechanismen die zijn gesuggereerd, zijn onder meer:

Er is ook gesuggereerd dat gezamenlijke hypermobiliteit (JH) geassocieerd kan zijn met de pathologie van fibromyalgie.

Wat is gezamenlijke hypermobiliteit?

Gezamenlijke hypermobiliteit wordt gedefinieerd als "abnormaal verhoogde beweeglijkheid van kleine en grote gewrichten voorbij de grenzen van hun fysiologische beweging". Gezamenlijke hypermobiliteit (zie afbeelding) komt veel voor bij jonge vrouwen en wordt gezien bij ongeveer 5% van de gezonde volwassen bevolking. Wanneer musculoskeletale symptomen optreden bij hypermobiele mensen bij afwezigheid van een andere systemische reumatologische aandoening, wordt dit 'hypermobiliteitssyndroom' genoemd. Gezamenlijke hypermobiliteit is ook een kenmerk van een medische aandoening genaamd Ehlers-Danlos syndroom (EDS) die wordt gekenmerkt door zwakte van de bindweefsels van het lichaam.

Onderzoek: gezamenlijke hypermobiliteit en fibromyalgie

In een studie gerapporteerd in het Journal of Rheumatology, werd de associatie tussen gezamenlijke hypermobiliteit en primaire fibromyalgie onderzocht. De onderzoeksgroep bestond uit 88 patiënten (alle vrouwen, mediane leeftijd 34 jaar) met wijdverspreide pijn, klinisch gediagnosticeerd als fibromyalgie en 90 gezonde controles (alle vrouwen, mediane leeftijd 36 jaar oud).

Uitgesloten van de studie waren:

De patiënten hadden voorafgaand aan het onderzoek geen fibromyalgie door een reumatoloog vastgesteld en waren niet behandeld voor fibromyalgie.

Studieproces

Alle patiënten werden opgenomen op basis van wijdverspreide pijn die langer dan 3 maanden duurde. Patiënten en controles werden vervolgens in eerste instantie beoordeeld door een reumatoloog. De patiënten ondergingen verdere en meer specifieke evaluatie door twee andere clinici (die blind waren voor de eerste evaluatie) voor de bepaling van fibromyalgie en gezamenlijke hypermobiliteit.

Fibromyalgie werd bij alle patiënten beoordeeld door vragen te stellen over veel voorkomende klachten die verband hielden met de ziekte. Ze kregen de diagnose fibromyalgie als ze voldeden aan de criteria van de American College of Rheumatology (ACR) voor de classificatie en diagnose van fibromyalgie. Gezamenlijke hypermobiliteit werd als aanwezig beschouwd bij patiënten op basis van de Beighton-modificatie van de criteria van Carter en Wilkinson voor gezamenlijke hypermobiliteit.

Studieresultaten

Zesenvijftig van de 88 patiënten met wijdverspreide pijn die aanvankelijk leek op fibromyalgie voldeed aan de ACR-criteria voor fibromyalgie, terwijl 6 van de 90 gezonde controles ook voldeden aan de ACR-criteria.

Patiënten met of zonder fibromyalgie werden ook vergeleken voor de frequentie van gezamenlijke hypermobiliteit. De frequentie van gezamenlijke hypermobiliteit was:

Gezamenlijke hypermobiliteit werd ook erkend bij 10 van de 32 patiënten met fibromyalgie die niet exact voldeden aan de ACR-criteria. De aanwezigheid van gezamenlijke hypermobiliteit kwam vaker voor in deze groep dan in de controles.

Conclusies van de studie

Het verband tussen fibromyalgie en gewrichtshypermobiliteit is niet helemaal duidelijk. Gezamenlijke hypermobiliteit kan wijdverspreide artralgie bij patiënten veroorzaken door verkeerd gebruik of overmatig gebruik van hypermobiele gewrichten.

Gegevens van deze specifieke studie wezen op:

Gezamenlijke hypermobiliteit kwam voor het eerst voor in reumatologieliteratuur in 1967. Tegenwoordig wordt gezamenlijke hypermobiliteit beter begrepen en algemeen erkend. Er is echter nog meer onderzoek en onderzoek nodig om nog meer te leren over de interactie tussen gezamenlijke hypermobiliteit en fibromyalgie.

Bron:

Gezamenlijke hypermobiliteit en primaire fibromyalgie: A Clinical Enigma, Journal of Rheumatology, juli 2000 (27: 1774-6)