Achtervoeten of bewegingen van de hiel

De achtervoet, die soms de achtervoet wordt genoemd, is het achterste deel van de menselijke voet. Dit gebied omvat de talus en calcaneus botten; de spieren, pezen en ligamenten aan de achterkant van de voet; en de subtalaire en talocrurele (enkel) gewrichten.

Structuur van de achtervoet

De achtervoet bevat de grootste botten van de voet, evenals het laagste aantal botten.

De twee botten op de achtervoet zijn de talus, ook wel het enkelbot en de hielbeen of het hielbeen genoemd.

Het talocrurale gewricht is ook bekend als het enkelgewricht. Het bevindt zich tussen de talus en de tibia en fibula van het onderbeen. Het is een "scharnier" -verbinding waarmee de voet omhoog of naar voren kan worden gekanteld (dorsaalflexie genaamd) en naar achteren of naar beneden (plantarflexion genoemd).

Het subtalaar gewricht bevindt zich tussen de calcaneus en de talus en maakt het de voet mogelijk om de voet van de ene naar de andere kant te draaien en de voetzool naar binnen of naar buiten te draaien (inversie en eversie).

Deze bewegingen worden vaak pronatie genoemd in de context van lopen en rennen. De term "voetaanslag" beschrijft de lichte naar binnen draaiende beweging die de voet maakt als deze de grond raakt tijdens een normale loop- of looppas.

Overpronatie en Supination

Algemene omstandigheden die zich op de achtervoet voordoen, kunnen resulteren in wat gewoonlijk 'overpronatie' of 'supinatie' (of onderpronomatie) wordt genoemd.

Deze abnormaliteiten zorgen ervoor dat de voet in de enkel wordt omgekeerd of naar binnen of naar buiten wordt gekanteld - wanneer de achtervoet zwaarder wordt. Dit wordt waargenomen in iemands gang. Dit zijn over het algemeen aangeboren afwijkingen, maar worden meestal niet waargenomen bij de geboorte; maar naarmate een kind zich ontwikkelt, wordt de misvorming duidelijker.

Supinatie en overpronatie komen vrij vaak voor en zijn normaal niet ernstig, maar ze kunnen pijn veroorzaken in de voeten, benen, knieƫn, heupen of rug.