Overzicht van de Iris van het oog

De iris is het gekleurde deel van het oog dat de hoeveelheid licht regelt die in het oog valt. Het is het meest zichtbare deel van het oog. De iris ligt voor de kristallijne lens en scheidt de voorste kamer van de achterste kamer. De iris in een deel van de uveal tractus die het ciliaire lichaam omvat dat ook achter de iris ligt.

Het irisweefsel vormt de pupil.

De pupil is het gat in de iris waarin licht doorloopt naar de achterkant van het oog. De iris regelt de pupilgrootte. De pupil bevindt zich feitelijk met zijn centrum iets onder en iets aan de nasale kant van het midden van het hoornvlies.

Grootte van de leerling

De grootte van de pupil wordt bepaald door twee spieren in de iris. De sfincter pupillae omringt de rand van de pupil en wanneer deze samentrekt, neemt de pupil af. Dit wordt miosis genoemd. De tweede spier die de pupilgrootte bestuurt, is de dilatator pupillae. Deze spier bevat vezels die zijn gerangschikt in een radiaal patroon in de iris. Wanneer het samentrekt, wordt de pupil groter of groter. Dit wordt mydriasis genoemd.

Het parasympathische systeem bestuurt de sluitspier pupillen en het sympathische systeem bestuurt de dilatator pupillae. Er is een verband tussen deze spieren omdat de dilatorspier moet ontspannen om de sfincter de pupil te laten vernauwen.

Normale pupilgrootte varieert van 2 tot 4 mm in diameter in het licht tot 4 tot 8 mm in het donker.

Iris kleur

Iriskleur hangt af van de hoeveelheid melaninepigment in de iris. Een persoon met bruine ogen heeft dezelfde kleur melaninepigment als een persoon met een blauw oog. De persoon met blauwe ogen heeft echter veel minder pigment.

De achterkant van de iris is meestal sterk gepigmenteerd om te voorkomen dat er licht door de iris schijnt.

De overervingspatronen van iriskleuren zijn een zwaar bestudeerd gebied. De oogkleur wordt bepaald door drie basisgenen. Onderzoekers begrijpen twee van die genen heel goed en een ervan is nog steeds een beetje een mysterie. Deze genen regelen de ontwikkeling van groene, bruine en blauwe oogkleur. Grijs, hazelaar en andere combinaties zijn moeilijker te voorspellen. In sommige families volgt de overerving van oogkleuren zeer voorspelbare patronen, terwijl het in andere families niet lijkt te kloppen of regels te volgen. In de genetica wordt dit "polygenisch" genoemd. Polygenisch betekent dat er verschillende ingewikkelde genen kunnen zijn die interageren om oogkleur te creƫren. Alleen verklaren dat bruin dominant is voor blauw, is een eenvoudige uitleg, maar dit model is te simplistisch voor alle variaties die we in het echte leven tegenkomen.

Afwijkingen van de Iris & Leerling

Iris- en pupilstoornissen omvatten: